Het is voor beginners vaak moeilijk om in te schatten wat hun kansen zijn om een goeie hand te maken als ze iets als een straight draw hebben geflopt (bijvoorbeeld 78 op en flop van 5 6 K). Om je winkansen in te schatten moet je weten hoeveel “outs” je denkt te hebben en wat dan je “odds” zijn.
Outs
“Outs” zijn het aantal kaarten in het deck die van jouw hand (vermoedelijk) de beste hand maken. In het geval van de 78 op de 5 6 K flop met verschillende “suits”, heb je dan waarschijnlijk 8 outs om de beste hand te maken; vier 4′en (schoppen, klaver, ruiten en harten) en vier 9′s. Met het aantal outs kun je je “odds” (je winstkansen) berekenen. Het lijkt heel moeilijk om dit tijdens een hand uit je hoofd te doen maar gelukkig is hier een makkelijk ezelsbruggetje voor.
Odds
Om je kans op een bepaalde hand te berekenen vermenigvuldig je het aantal outs op de flop met 4 en op de turn met 2 om je odds te bereken.
Dit geeft je een behoorlijk goede benadering van je kansen. In het bovenstaande voorbeeld heb je 8 outs om de beste hand, een straat, te maken. Je kans om uiteindelijk een straat te maken (dus na de turn en river) is volgens deze berekening 8 * 4 = 32%. De werkelijke kans om de straat te maken is 31,45%, dus dit komt dicht in de buurt. Met meer of minder outs zit je soms een paar procent van het werkelijke getal af met dit ezelsbruggetje, maar het is ook niet belangrijk om een bepaalde kans tot op de procent te weten.
Kansberekening
We weten nu dus wat ongeveer de kans is dat we onze straat uit ons voorbeeld maken. Nu moeten we nog weten of we kunnen callen met onze straight draw als de tegenstander een bet maakt. We moeten zogezegd weten of we de “juiste prijs” krijgen of in het Engels: pot odds. We gaan weer kijken aan de hand van een voorbeeld:
Stel we nemen onze vorige voorbeeld en de pot is voor dat de flop gevallen is al $120. Onze tegenstander bet nu $40 op de flop. Kunnen we nu, andere factoren buiten beschouwing gelaten, callen met onze straight draw?
De pot was $120 en er wordt $40 gebet dus we krijgen nu 160 (pot was 120, en er komt 40 bij van onze bet) tegen 40, ofwel 4 tegen 1 op ons geld. 4 tegen 1 betekent dat je maar 1/5 van de keren de pot hoeft te winnen om de call winstgevend te maken.
De vraag of we kunnen callen hangt dus af van de grootte van de bet ten opzichte van de pot. Het is overigens makkelijker om dit getal in procenten te berekenen omdat je het zo kunt afzetten tegen de kans dat je je straat maakt. 1/5 staat gelijk aan 20% dus de kans dat we onze straat maken moet groter zijn dan 20% mogen we callen. We hadden berekend dat die kans 32% was en dus moeten we hier op z’n minst callen. Als je dit soort situaties constant goed blijft inschatten gaan we op de lange termijn winst maken omdat we altijd de kansen aan onze kant hebben staan.
Een optelsom van factoren
Dit voorbeeld is natuurlijk gesimplificeerd. Er spelen vaak veel meer factoren mee omdat je niet precies weet wat je tegenstander in de hand heeft. Dit voorbeeld is echter wel heel erg belangrijk voor je basisbegrip van dit soort situaties. Ben je wat verder in je pokerontwikkeling dan kun je je wat meer verdiepen in dit soort situaties met meerdere factoren meegerekend.
Op naar de Turn