De inzetten op de flop zijn gedaan en nu wordt er een 4e kaart op het bord gedraaid: de turn. Op de turn gelden veel dezelfde dingen vergeleken met de flop. Ook hier kunnen we weer uitrekenen of we de juiste odds krijgen om te callen (weet je nog: aantal outs x 2).
Er zijn echter ook verschillen met de flop, die we nu gaan behandelen.
Op de turn hebben we de beschikking over meer informatie dan op de flop. We hebben nu gezien wat er voor de flop is gebeurd (wie heeft er geraised in welke positie en wie callde er?) en ook de acties op de flop zijn geweest. We hebben nu dus meer informatie tot onze beschikking. Er zijn aan een aantal dingen waar je informatie uit kunt halen.
Wie heeft er gebet en wat was de reactie daarop. Vaak gaat het zo in Texas Holdem dat degene die voor de flop geraised heeft, een bet plaatst op de flop. Dit heet een continuation bet; degene die voor de flop geraised heeft het initiatief en probeert de pot op te pakken door te laten zien dat de flop hem heeft geholpen of dat dat niet eens nodig was (bijvoorbeeld omdat hij een hoog paar heeft). Veel potten worden zo beslist in No Limit Holdem.
Om de informatie op de turn te interpreteren gaan we nu uit van 2 situaties, er zitten in beide situaties 2 spelers in de hand. Er zijn veel meer situaties mogelijk zoals meer spelers op de flop, of andere flopacties maar het gaat hier even om dat je door hebt wat er verandert met het draaien van de turn.
Twee situaties om de Turn te interpreteren
1. Jij bent de preflop raiser, je zit in positie en hebt de flop gebet. Als we op de turn zijn aanbeland betekent dat je tegenstander je gecalled heeft. Vaak kun je er van uitgaan dat hij iets aan de flop heeft gehad omdat hij gecalled heeft. Op de lage limieten betekent dit zoals we al eerder gezegd hebben niet altijd dat hij ook goed gehit heeft. Een slechte speler zal met zijn aas-koning op een flop van 2 10 J vaak doorgaan omdat hij met een vrouw een straat kan maken. Vaak checkt de tegenstander naar je toe als jij de “agressor” bent (degene die voor de flop heeft geraised). Er is nu nog een extra kaart dus we hebben weer extra informatie zoals: kan deze kaart mijn tegenstander geholpen hebben?
Op de flop uit ons voorbeeld 2 10 J is een “6″ bijvoorbeeld een kaart die weinig handen geholpen zullen hebben die op de flop gecalled hebben. Een “9″ is aan de andere kant veel gevaarlijker. Dit helpt bijvoorbeeld handen als QK (heeft nu een straat), of 10 9 of J 9 (beide nu 2 paar). Dit zijn handen die erg logisch zijn omdat er in Holdem vaker kaarten gespeeld worden die dicht bij elkaar liggen. 10 9 wordt veel vaker gespeeld dan 10 6 omdat er met 10 9 veel meer mogelijkheden zijn.
Wat voor type speler is mijn tegenstander?
Een andere vraag die je jezelf moet stellen is: wat voor type speler is mijn tegenstander? Veel spelers callen bijvoorbeeld bijna elke flop omdat ze niet meteen willen opgeven. Als je dan op de turn doorzet geven ze vaak wel makkelijker op als ze nog steeds geen goeie hand hebben. Tegen dit soort tegenstanders wil je vaak op de turn doorzetten, ongeacht wat jij in je hand hebt. Dit is dan ook wat ze bedoelen als er gezegd wordt: “In No Limit Texas Hold’em speel je vooral je tegenstander”. Andere tegenstanders zullen bijvoorbeeld bijna altijd de turn callen omdat ze nooit gebluft willen worden. Als je zelf nu niet een goeie hand hebt, zul je misschien vaker kunnen checken nu. Je eigen handsterkte is natuurlijk dus wel belangrijk.
2. Je tegenstander heeft geraised voor de flop en op de flop doorgezet waarna jij gecalled hebt, je zit uit positie. Je hebt de flop gecalled omdat je wel wat had aan de flop en nu komt de flop. Meestal checken we nu naar de agressor toe. De informatie die we nu krijgen is of hij weer inzet of dat hij checkt. Het moeilijke is dat we nu uit positie zitten. Het initiatief is niet bij ons en de tegenstander heeft controle. Hij kan checken om nog een extra kaart te zien op de river om z’n hand te verbeteren of inzetten om jou weg te bluffen. Hieruit blijkt weer hoe belangrijk positie is.
Een voorbeeld: je hebt de flop gecalled met 99 op een flop van 456. Komt de turn een aas dan zitten we in een lastige positie als hij weer inzet omdat we niet weten of hij bluft omdat de aas een mooie kaart is om te bluffen of dat hij echt een aas heeft. Zouden wij bij deze hand in positie zitten, dan hebben wij het initiatief en kunnen we bijvoorbeeld ervoor kiezen om de pot klein te houden door de turn te checken.
Nog meer informatie
Er zijn behalve bovengenoemde dingen ook andere dingen waar we informatie uit kunnen halen. Kijk bijvoorbeeld naar de grootte van de bets. Hiervoor is het belangrijk om te weten hoe de tegenstander speelt. Opletten dus! Veel spelers op laag niveau houden er bijvoorbeeld van om groot te bluffen en als ze een goeie hand hebben proberen ze klein in te zetten om jou niet weg te jagen. Dit verschilt wel per speler dus je zult hier altijd goed op moeten letten.
We gaan naar de River